Recept detail

Routebeschrijving

Rol het deeg uit tussen twee stroken voedselfolie of bakpapier, prik er gaatjes in met een vork, dek af en zet terug in de koelkast.

Schil intussen de peren, snij ze in vieren en verwijder het klokhuis. Snijd ze plat op de plaats waar de kern zat.

Doe de boter in een grote koekenpan met antiaanbaklaag (diameter 25-28 cm) met een zware bodem en hittebestendig handvat en verwarm deze op middelhoog vuur. Verdeel de boter met een spatel over het hele oppervlak van de pan. Strooi suiker en wacht tot het is opgelost. Haal vervolgens de pan van het vuur.

Strijk de peren in de pan recht, idealiter rondom. Als je te veel peren hebt, snij er dan nog een paar af om eventuele gaten in de pan op te vullen. Zo kom je er gemakkelijk achter hoeveel peren je echt nodig hebt en of deze de hele oppervlakte van de taart bedekken.

Zet de pan op middelhoog vuur en wacht tot de boter en suiker beginnen te borrelen. Begin met roeren en kook ongeveer 15 minuten om de peren zacht te maken en ze te omhullen met karamel. Regel tegelijkertijd de vlam: als deze te laag is, worden de peren niet gaar; als deze te hoog staat, zal de karamel gaan branden (je kunt eventueel een beetje water toevoegen, maar de peren zullen hun sap vrijgeven). Wees voorzichtig, alles is heet.

Afsluiten. Haal het deeg uit de koelkast en laat het op kamertemperatuur komen.

Verwarm de heteluchtoven voor op 180°C en bekleed de bakplaat met bakpapier.

Maak de peren in de pan plat met een houten lepel, laat ze 5 minuten staan en bedek ze met het deeg - stop de randen onder de peren.

Plaats de pan op een bakplaat en bak 15-20 minuten tot het deeg goudbruin is.

Verwijder de cake en de bakplaat en laat even rusten. Maak de randen van het deeg los met een mes.